Categorie: hoofdluis

Het nationale GGD-protocol voor basisscholen wordt gevolgd.
Na iedere schoolvakantie ontvangen de luizenouders van iedere groep via e-mail een uitnodiging, om samen met de docent een luizencontrole te plannen.
De uitnodiging bevat een link, waarmee de resultaten kunnen worden ingevuld.

Als geen hoofdluis is aangetroffen, is dat de enige actie. Pas de volgende vakantie volgt een nieuwe uitnodiging.

Is tijdens de controle hoofdluis geconstateerd, moet worden ingevuld welk kind besmet is. Hiervan wordt automatisch de hoofdluiscoördinator op de hoogte gebracht.
Het systeem geeft een conceptbericht om de ouders van de groep van de besmetting op de hoogte te brengen (“controleer ook uw kind”). En een bericht om de ouders van de getroffen leerling op de hoogte te stellen, met het verzoek om te starten met de behandeling.
Na twee weken zal een nieuwe uitnodiging worden verstuurd.

Als controle uitblijft, zullen herinneringen worden verstuurd.

De luizencoördinator kan eventuele opmerkingen bekijken. En als een besmetting niet wordt opgelost, kan actie worden ondernomen.
Het overzicht van welke groepen schoon zijn, welke besmet en welke geen controle hebben gehad wordt grafisch gepresenteerd en is voor iedereen toegankelijk.

Aan het begin van het schooljaar is het aan de coördinator om de groepen samen te stellen, met de e-mailadressen van de luizenouders.
Hiervoor is een beveiligde omgeving beschikbaar, alleen toegankelijk voor de coördinator.
Via het overzicht wordt bijgehouden wat de stand van zaken is. Via de notificaties blijft de coördinator op de hoogte van eventuele notoire gevallen en andere bijzonderheden.

Hoofdluizen zijn kleine beestjes die tussen de haren van (met name) kinderhoofden leven.
Ze drinken bloed. Dit maakt de jeuk.
Hoofdluizen verspreiden zich snel onder kinderen. Daarom moeten de hoofden regelmatig worden gecontroleerd, liefst na elke schoolvakantie.

Hoofdluis is moeilijk aan te treffen. Luizen zijn supersnel en zie je meestal niet bij een controle.
De larven of eieren van de luizen, de neten, zijn beter te controleren. Een neet is een klein zakje dat aan een haar is vastgeplakt.

Als neten zijn aangetroffen, moet liefst dezelfde dag nog gestart worden met de behandeling.

Besmetting behandelen

Hoofdluis kan worden bestreden met een luizenkam, om de luizen uit het haar te kammen. De neten laten zich moeilijk verwijderen.
Een luizencyclus (van neet tot hoofdluis) duurt zo’n 10 dagen. Daarom moet twee weken lang dagelijks gekamd worden, tot iedere uitgekomen neet is weggekamd en geen enkel nieuw ei is gelegd. Dan is het hoofd pas weer luisvrij.

De instructie van het RIVM:

• Maak het haar nat en verdeel eventueel crèmespoeling door het haar. Het kammen gaat makkelijker als u crèmespoeling gebruikt. Kam met een gewone kam of borstel eerst de klitten uit het haar.
• Houd het hoofd voorover, boven een wasbak of een wit stuk papier. Kam het haar met een fijntandige kam (zoals een luizenkam) van achter naar voren, begin telkens dicht bij de hoofdhuid. De hoofdluizen zitten namelijk op de hoofdhuid. Zorg dat u elke haarpluk doorkamt.
• Veeg de kam regelmatig af aan een stuk keukenpapier of papieren zakdoek. Gooi deze na afloop weg.
• Neten kunt u verwijderen met de nagels. Eventueel kunt u de neten deppen met een doekje waar azijn op zit. Dan laten de neten makkelijker los.
• Spoel de crèmespoeling uit het haar.
• Maak de kam na gebruik goed schoon met water en zeep.

Eventueel kan anti-hoofdluismiddel gebruikt worden. Het beste werkt dimeticon, verkrijgbaar bij de drogist (net als een luizenkam).

Controle herhalen

Als in een klas een besmetting is aangetroffen, moet na twee weken opnieuw worden gecontroleerd. Net zo lang tot de klas luisvrij is.